De meest voorkomende schouderklachten in de fysiotherapie zijn afkomstig van een pees, die een spier (de supraspinatus) verbindt met de schouderkop. Deze spier heeft een belangrijke functie in de schouder. De pees hecht aan de voorkant van de schouderkop en loopt onder het bovenste punt van het schouderblad (het acromion) door naar de achter- en binnenkant van het schouderblad.

Schade aan een pees noemen we een tendinopathie. De pees kan ontstoken zijn (tendinitis) en in een slechter geval kan deze gedeeltelijk of geheel afscheuren (partiëel- of totaalruptuur). Het scheuren van de pees gebeurt meestal op latere leeftijd als er mogelijk al schade aan de pees is in de vorm van een tendinitis of een tendinose (=verminderde kwaliteit van het peesweefsel). De meest waarschijnlijke oorzaak voor het ontstaan van schade aan de pees is het "impingement", oftewel het inklemmen van de pees tussen de schouderkop en het acromion.

Klachten bij het impingement ontstaan geleidelijk en bestaan uit pijnklachten ter hoogte van het bovenste gedeelte van de bovenarm en bovenop de schouder. Je hebt vaak meer moeite met het heffen en reiken met de arm, het aan- en uittrekken van de jas en het liggen op de arm.

Onderzoeken tonen aan dat bij de aanwezigheid van deze klachten, de ruimte tussen het acromion en de schouderkop is verminderd als je de arm begint te heffen in zijwaartse richting. De kop van de schouder verplaatst zich wat sneller omhoog in vergelijking met een gezonde schouder. De pees heeft daardoor minder ruimte en kan ingeklemd raken.

Ook is gebleken dat patiënten met deze schouderklacht minder mobiliteit (beweeglijkheid) in de schouder hebben. Zij kunnen de arm minder ver naar binnen draaien en zijwaarts omhoog bewegen.

Voor het behandelen van deze klacht bestaan diverse therapieën. Hier komen we in een volgend blogartikel op terug.