Kenniscentrum
Schouderklachten #2: het subacromiaal pijnsyndroom (SAPS)
De meest voorkomende schouderklachten betreffen klachten die ontstaan vanuit de ruimte tussen het hoogste punt van het schouderblad (het acromion) en de kop van de bovenarm. Deze ruimte wordt de subacromiale ruimte genoemd. Van alle patiënten met schouderklachten die door fysiotherapeuten worden onderzocht en behandeld, gaat het in 44-65% van de gevallen om deze klachten (1). De klachten worden afgekort als SAPS.
De subacromiale ruimte is tussen de 1 en 1,5 centimeter groot. In deze ruimte lopen vier pezen met daarover een dun vlies: de slijmbeurs. Het sterke vermoeden is dat bij SAPS de klachten worden veroorzaakt door beschadigingen of irritatie aan de pezen en/of de slijmbeurs. Hierbij is de pees van de musculus supraspinatus het vaakst aangedaan.
Symptomen
Mensen met deze schouderklachten klagen meestal over pijnklachten bovenop de schouder en in het bovenste gedeelte van de bovenarm. De pijnklachten ontstaan vaak geleidelijk en aan één arm. De klachten ontstaan zonder trauma; er gaat geen val, botsing of klap aan vooraf. Patiënten ervaren meestal pijn tijdens aan- en uitkleden, reiken met de arm en liggen op de arm. Over de oorzaak van het ontstaan van deze klachten is men het in de medische wereld oneens.
Oorzaken
De eerste medicus die deze klachten omschreef, was Charles Neer in 1971 (2). Hij verklaarde dat de klachten ontstonden door veelvuldig de arm boven het hoofd te bewegen, waarbij de structuren in de subacromiale ruimte minder ruimte krijgen en door het herhaaldelijk bewegen kunnen gaan irriteren en ontsteken. Hij noemde dit impingement (=inklemming).
Het is inderdaad zo dat de subacromiale ruimte kleiner wordt op het moment dat de arm boven schouderhoogte beweegt. Het is alleen niet aangetoond dat de structuren gaan inklemmen en dit daardoor klachten kan gaan geven. Beter en nauwkeuriger beeldvormend onderzoek bij schouderklachten, zoals echografie en MRI, toont bovendien aan dat beschadigingen van pezen niet ontstaan waar de pezen zouden inklemmen (3)!
Veel artsen beschrijven degeneratie (afnemende kwaliteit van weefsel) van peesweefsel als oorzaak van SAPS-klachten. Dit zou ontstaan door veroudering en (overmatige) belasting van het peesweefsel (3). Het vreemde hierbij is dat mensen vaak op jongere leeftijd al klachten krijgen (als pezen normaal gesproken niet verouderd zijn). Daarnaast zijn er genoeg mensen op leeftijd, met degeneratief peesweefsel, die de klachten niet krijgen/hebben.
Een andere theorie is dat men deze klachten kan krijgen door veranderde beweging van het schouderblad. Dit wordt scapula-dyskinesie genoemd (4). Aangezien er geen verband is aangetoond tussen deze veranderde beweging van het schouderblad en het ontstaan van SAPS, is ook dit zeer onwaarschijnlijk. Daarnaast is er ook geen nauwkeurige test om scapula-dyskinesie te onderzoeken (5). Je kunt het dus ook niet aantonen!
Fysiotherapie bij SAPS?
Om klachten op de meest efficiënte manier te behandelen, is goed onderzoek belangrijk. Ten eerste zal de ernst van het letsel ingeschat moeten worden. Hiertoe is voor artsen en fysiotherapeuten echografisch onderzoek een zeer waardevol en betrouwbaar onderzoekmiddel (6). Er kan namelijk sprake zijn van schade aan één van de pezen of de slijmbeurs. De aanwezigheid van bijvoorbeeld verkalkingen of scheuren in de pees geeft een andere prognose dan in het geval er alleen maar sprake is van een verdikking (tendinopathie) in de pees. Daarnaast zal moeten worden gekeken waar de oorzaak ligt van het ontstaan van deze klacht. Hiervoor maak je gebruik van je fysiotherapeutisch onderzoek. Hiervoor is in eerste instantie het vraaggesprek met de patiënt belangrijk en daarnaast het functie-onderzoek van de schouder(gordel), nek en overige gewrichten van de pijnlijke arm.
Hoe we de klachten behandelen, en waar wij deze behandeling op baseren, lees je in het volgende blogartikel.
Literatuur
1. Michener LA, Walsworth MK, Burnet EM. Effectiveness for rehabilitation of patients with subacromial impingement syndrome: A systematic review. J Hand Ther 2004;17:152–164
2. Neer, C.S. Anterior Acromioplasty for the Chronic Impingement Syndrome in the Shoulder. J.Bone Joint Surg, 1971 (A) 54-A, 1, 41-50
3. Nederlandse Orthopeden Vereniging. Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het subacromiaal pijnsyndroom. 2012. www.orthopeden.org.
4. Kibler, W.B., & McMullen, J. Scapular Dyskinesis and Its Relation to Shoulder Pain. J Am Acad Orthop Surg, 2003 11, (2), 142-51.
5. Wright AA, Wassinger CA, Frank M., Michener L.A., Hegedus E.J. Diagnostic accuracy of scapular physical examination tests for shoulder disorders: a systematic review. Br J Sports Med 2013 Sep;47(14):886-92.
6. Henderson R.E.A., Walker B.F., Young K.J. The accuracy of diagnostic ultrasound imaging for muskuloskeletal soft tissue pathology of the extremeties: a comprehensive review of the literature. Chiropractic and manual therapies 2015 23:31
De subacromiale ruimte is tussen de 1 en 1,5 centimeter groot. In deze ruimte lopen vier pezen met daarover een dun vlies: de slijmbeurs. Het sterke vermoeden is dat bij SAPS de klachten worden veroorzaakt door beschadigingen of irritatie aan de pezen en/of de slijmbeurs. Hierbij is de pees van de musculus supraspinatus het vaakst aangedaan.
Symptomen
Mensen met deze schouderklachten klagen meestal over pijnklachten bovenop de schouder en in het bovenste gedeelte van de bovenarm. De pijnklachten ontstaan vaak geleidelijk en aan één arm. De klachten ontstaan zonder trauma; er gaat geen val, botsing of klap aan vooraf. Patiënten ervaren meestal pijn tijdens aan- en uitkleden, reiken met de arm en liggen op de arm. Over de oorzaak van het ontstaan van deze klachten is men het in de medische wereld oneens.
Oorzaken
De eerste medicus die deze klachten omschreef, was Charles Neer in 1971 (2). Hij verklaarde dat de klachten ontstonden door veelvuldig de arm boven het hoofd te bewegen, waarbij de structuren in de subacromiale ruimte minder ruimte krijgen en door het herhaaldelijk bewegen kunnen gaan irriteren en ontsteken. Hij noemde dit impingement (=inklemming).
Het is inderdaad zo dat de subacromiale ruimte kleiner wordt op het moment dat de arm boven schouderhoogte beweegt. Het is alleen niet aangetoond dat de structuren gaan inklemmen en dit daardoor klachten kan gaan geven. Beter en nauwkeuriger beeldvormend onderzoek bij schouderklachten, zoals echografie en MRI, toont bovendien aan dat beschadigingen van pezen niet ontstaan waar de pezen zouden inklemmen (3)!
Veel artsen beschrijven degeneratie (afnemende kwaliteit van weefsel) van peesweefsel als oorzaak van SAPS-klachten. Dit zou ontstaan door veroudering en (overmatige) belasting van het peesweefsel (3). Het vreemde hierbij is dat mensen vaak op jongere leeftijd al klachten krijgen (als pezen normaal gesproken niet verouderd zijn). Daarnaast zijn er genoeg mensen op leeftijd, met degeneratief peesweefsel, die de klachten niet krijgen/hebben.
Een andere theorie is dat men deze klachten kan krijgen door veranderde beweging van het schouderblad. Dit wordt scapula-dyskinesie genoemd (4). Aangezien er geen verband is aangetoond tussen deze veranderde beweging van het schouderblad en het ontstaan van SAPS, is ook dit zeer onwaarschijnlijk. Daarnaast is er ook geen nauwkeurige test om scapula-dyskinesie te onderzoeken (5). Je kunt het dus ook niet aantonen!
Fysiotherapie bij SAPS?
Om klachten op de meest efficiënte manier te behandelen, is goed onderzoek belangrijk. Ten eerste zal de ernst van het letsel ingeschat moeten worden. Hiertoe is voor artsen en fysiotherapeuten echografisch onderzoek een zeer waardevol en betrouwbaar onderzoekmiddel (6). Er kan namelijk sprake zijn van schade aan één van de pezen of de slijmbeurs. De aanwezigheid van bijvoorbeeld verkalkingen of scheuren in de pees geeft een andere prognose dan in het geval er alleen maar sprake is van een verdikking (tendinopathie) in de pees. Daarnaast zal moeten worden gekeken waar de oorzaak ligt van het ontstaan van deze klacht. Hiervoor maak je gebruik van je fysiotherapeutisch onderzoek. Hiervoor is in eerste instantie het vraaggesprek met de patiënt belangrijk en daarnaast het functie-onderzoek van de schouder(gordel), nek en overige gewrichten van de pijnlijke arm.
Hoe we de klachten behandelen, en waar wij deze behandeling op baseren, lees je in het volgende blogartikel.
Literatuur
1. Michener LA, Walsworth MK, Burnet EM. Effectiveness for rehabilitation of patients with subacromial impingement syndrome: A systematic review. J Hand Ther 2004;17:152–164
2. Neer, C.S. Anterior Acromioplasty for the Chronic Impingement Syndrome in the Shoulder. J.Bone Joint Surg, 1971 (A) 54-A, 1, 41-50
3. Nederlandse Orthopeden Vereniging. Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het subacromiaal pijnsyndroom. 2012. www.orthopeden.org.
4. Kibler, W.B., & McMullen, J. Scapular Dyskinesis and Its Relation to Shoulder Pain. J Am Acad Orthop Surg, 2003 11, (2), 142-51.
5. Wright AA, Wassinger CA, Frank M., Michener L.A., Hegedus E.J. Diagnostic accuracy of scapular physical examination tests for shoulder disorders: a systematic review. Br J Sports Med 2013 Sep;47(14):886-92.
6. Henderson R.E.A., Walker B.F., Young K.J. The accuracy of diagnostic ultrasound imaging for muskuloskeletal soft tissue pathology of the extremeties: a comprehensive review of the literature. Chiropractic and manual therapies 2015 23:31
Het je last van je schouder?
Maak een afspraak met een van onze specialisten!
Bekijk de vergoedingMaak een afspraak