Kenniscentrum
Hardloopblessures: Shin splints
Shin splints is een algemene, wat verouderde verzamelnaam voor pijnklachten ter hoogte van het onderbeen. Tegenwoordig wordt internationaal de term 'mediaal tibiaal stress syndroom' (MTSS) gebruikt.
Plaats waar MTSS wordt gevoeld.
De klachten bestaan uit pijn ter hoogte van het onderste 2/3e gedeelte van de rand van het scheenbeen. Bij onderzoek is het pijnlijke gebied vaak 5 centimeter aaneengesloten. De pijn is aanwezig ter hoogte van de aanhechting van een spier die de binnenzijde van de voet met de binnen-achterzijde van het scheenbeen verbindt. De klachten ontstaan meestal aan het begin van een activiteit (bv. hardlopen) en kunnen tijdens de activiteit verergeren. Er is drukpijn op de voor-/onderrand van het scheenbeen en soms een vermoeid, kloppend gevoel.
Het is onduidelijk hoe de pijnklachten ontstaan. Er is een 'bot-stressreactie' aangetoond die de pijn zou kunnen veroorzaken. Het vermoeden bestaat dat het continue proces van botaanmaak en botafbraak hierdoor is verstoord. Het idee is dat door het veelvuldig aanspannen van de spier tijdens de afzet van het been er telkens via de peesaanhechting aan de binnenzijde van het scheenbeenbot wordt getrokken. Het botvlies reageert hier eerst op met een ontstekingsreactie en het lichaam past zich bij het aanblijven van de belasting aan door resorptie (afname) van botcellen. Hierdoor bevinden zich minder botcellen aan de binnenkant van het scheenbeen.
Bij hardlopers komt MTSS veel voor. Zo'n 4-20% van de lopers heeft weleens deze klachten ondervonden. Vaak ontstaan de klachten tijdens het (te) snel opbouwen van de trainingsintensiteit. Soortgelijke klachten kunnen ook aanwezig zijn bij een zogenaamde stressfractuur. Als loper is het natuurlijk van belang om te weten of hier sprake van is of niet.
Er zijn een aantal onderzoeken gedaan naar de behandelingen bij MTSS die zijn beoordeeld door verschillende onderzoekers (o.a. Moen in 2009 in 'Sports medicine' en Craig in 2009 in 'The pysician and sportsmedicine'). Er bestaat geen behandeling waarvan de effectiviteit is aangetoond. Er zijn ook een aantal zaken onderzocht die preventief zouden werken (Craig in 2008 in 'Journal of athletic training'). Ook voor een specifiek preventieprogramma bleek geen aantoonbaar bewijs.
Ook bij deze hardloopblessure geven we een aantal tips die gedeeltelijk op bevindingen uit onderzoek en gedeeltelijk op gebruik van het gezonde verstand berusten.
Plaats waar MTSS wordt gevoeld.
De klachten bestaan uit pijn ter hoogte van het onderste 2/3e gedeelte van de rand van het scheenbeen. Bij onderzoek is het pijnlijke gebied vaak 5 centimeter aaneengesloten. De pijn is aanwezig ter hoogte van de aanhechting van een spier die de binnenzijde van de voet met de binnen-achterzijde van het scheenbeen verbindt. De klachten ontstaan meestal aan het begin van een activiteit (bv. hardlopen) en kunnen tijdens de activiteit verergeren. Er is drukpijn op de voor-/onderrand van het scheenbeen en soms een vermoeid, kloppend gevoel.
Het is onduidelijk hoe de pijnklachten ontstaan. Er is een 'bot-stressreactie' aangetoond die de pijn zou kunnen veroorzaken. Het vermoeden bestaat dat het continue proces van botaanmaak en botafbraak hierdoor is verstoord. Het idee is dat door het veelvuldig aanspannen van de spier tijdens de afzet van het been er telkens via de peesaanhechting aan de binnenzijde van het scheenbeenbot wordt getrokken. Het botvlies reageert hier eerst op met een ontstekingsreactie en het lichaam past zich bij het aanblijven van de belasting aan door resorptie (afname) van botcellen. Hierdoor bevinden zich minder botcellen aan de binnenkant van het scheenbeen.
Bij hardlopers komt MTSS veel voor. Zo'n 4-20% van de lopers heeft weleens deze klachten ondervonden. Vaak ontstaan de klachten tijdens het (te) snel opbouwen van de trainingsintensiteit. Soortgelijke klachten kunnen ook aanwezig zijn bij een zogenaamde stressfractuur. Als loper is het natuurlijk van belang om te weten of hier sprake van is of niet.
Er zijn een aantal onderzoeken gedaan naar de behandelingen bij MTSS die zijn beoordeeld door verschillende onderzoekers (o.a. Moen in 2009 in 'Sports medicine' en Craig in 2009 in 'The pysician and sportsmedicine'). Er bestaat geen behandeling waarvan de effectiviteit is aangetoond. Er zijn ook een aantal zaken onderzocht die preventief zouden werken (Craig in 2008 in 'Journal of athletic training'). Ook voor een specifiek preventieprogramma bleek geen aantoonbaar bewijs.
Ook bij deze hardloopblessure geven we een aantal tips die gedeeltelijk op bevindingen uit onderzoek en gedeeltelijk op gebruik van het gezonde verstand berusten.
- Heb je veel pijn aan de binnenkant van je scheenbeen en neemt de klacht consequent fors toe tijdens het hardlopen, dan dien je je te laten onderzoeken op een zogenaamde stressbreuk. Dit kan via een röntgenfoto of een MRI. Raadpleeg je huisarts of specialist.
- Neemt de klacht niet toe tijdens het hardlopen, maar blijft deze op de achtergrond aanwezig, dan is er geen reden om het trainingsniveau aan te passen
- Ben kritisch op adviezen over schoeisel. Ons advies: draag neutrale zolen tijdens het hardlopen.
- Zorg ervoor dat je enkel- en voetgewrichten soepel zijn en blijven: Doe een goede warming up en volg onze tips over schoenstrikken.
- Heb je het idee dat je enkel- of voetgewrichten minder mobiel zijn dan voorheen: bezoek dan een goede fysiotherapeut. Hardlopen vereist een goede mobiliteit (beweeglijkheid) van de enkel- en voetgewrichten, eventuele beperkingen in mobiliteit kunnen worden hersteld met fysiotherapie.
Heb je een hardloopblessure?
Maak een afspraak met een van onze specialisten!
Bekijk de vergoedingMaak een afspraak