Kenniscentrum
Morbus Sever
De meest voorkomende oorzaak van hielpijn bij kinderen is Morbus Sever. Morbus (of wel ‘de ziekte van’) Sever is een irritatie/ontstekingsreactie van de groeischijf van het hielbeen (calcaneus). De groeischijf (apophyse) in botten is de plek waar botten nog niet volgroeid zijn. Hier is een opening.
Het vermoeden bestaat dat klachten ontstaan doordat veel sportende kinderen net voor of tijdens de groeispurt overmatig veel trekkracht op de groeischijf uitoefenen. Deze trekkracht is afkomstig van de achillespees die actief is tijdens het sporten, en misschien nog wel meer gespannen door de lengtegroei van de botten. Er kan daardoor een irritatie en/of ontstekingsreactie ter hoogte van de groeischijf ontstaan, waarbij het aanwezige kraakbeen iets opzwelt. Dit geeft pijnklachten tijdens rennen, springen en sporten. Sporten waar bij kinderen regelmatig klachten optreden zijn logischerwijs basketbal, hockey, voetbal en tennis.
Over het algemeen ontstaan de klachten bij actief sportende kinderen tussen de 7 en 13 jaar. De aandoening komt meer voor bij jongens dan bij meisjes.
Onderzoek
Bij onderzoek is de plaats van de pijn in combinatie met de leeftijd van het kind al voldoende om de diagnose te stellen. Een bekende test die gedaan wordt is de squeeze-test van het hielbeen. Hierbij knijpt de onderzoeker tussen duim en wijsvinger in het hielbeen. Daarnaast kan echografisch onderzoek de diagnose bevestigen. De zwelling van het kraakbeen bevestigt dan de diagnose. Mocht men twijfels hebben over de diagnose, dan kan een röntgenfoto eventuele andere oorzaken van hielpijn, zoals een breuk, botcyste of een tumor, uitsluiten.
Behandeling
De klachten als gevolg van deze aandoening zijn ‘self-limiting’, oftewel: ze herstellen vanzelf (1). Meestal is hier een periode van 6 weken voor nodig, het kan ook iets langer of korter zijn. Kinderen kunnen als de pijn niet verergert, doorgaan met sporten. Geven kinderen aan dat pijnklachten te ernstig worden, dan kan een periode van rust, waarin de meest heftige belasting wordt vermeden, uitkomst bieden. Het te vroeg beginnen met sportactiviteiten verergert het proces niet, maar kan uiteraard wel het jonge kind frustreren.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat er geen enkele behandelmethode is die duidelijk aantoont dat het herstel bespoedigd kan worden (2).
Dit wordt bevestigd door onderzoek van Wiegerinck e.a. (3) dat onlangs gepubliceerd werd. Bij dit onderzoek werden 98 patiënten met Morbus Sever behandeld in drie groepen met verschillende methoden:
1. Een inlegzooltje;
2. Rekoefeningen van de kuitmusculatuur;
3. ‘wait and see’, er werd geen specifieke behandeling gevolgd en er werd rust gehouden tot de pijnklachten afnamen, waarna sportactiviteiten werden hervat.
?
Na 6 weken en 3 maanden werden de resultaten van de behandelingen vergeleken. Uiteindelijk waren de verschillen in effecten tussen de behandelvormen minimaal, waaruit blijkt dat de behandelmethode met zooltjes en/of rekoefeningen het herstel niet bespoedigen in vergelijking met het ‘wait and see’-beleid.
Wij als fysiotherapeuten kunnen de diagnose stellen en de patiënt zo goed mogelijk instrueren/adviseren. Daarnaast willen we erop wijzen dat de hoeveelheid pijnklachten het herstel aangeeft. Zijn er teveel pijnklachten dan zal het kind het sporten echt niet prettig vinden.
Literatuur
1. Micheli LJ, I. M. (1987;7). Prevention and management of calcanealapophysitis in children: an overuse syndrome. J pediatr Orthop, 38-8.
2. Scharfbillig RW, J. S. (2008 May/June, volume 98). Sever’s disease: What does the literature really tell us? Journal of the American Podiatric Medical Association.
3. Wiegerinck JI, Zwiers R, Sierevelt IN, van Weert HC, van Dijk N, Struijs PA. Treatment of calcaneal apophysitis: wait and see versus orthotic device versus physical therapy: a pragmatic therapeutic randomized clinical trial. J Pediatr Orthop. 2016;36:152-157.
Het vermoeden bestaat dat klachten ontstaan doordat veel sportende kinderen net voor of tijdens de groeispurt overmatig veel trekkracht op de groeischijf uitoefenen. Deze trekkracht is afkomstig van de achillespees die actief is tijdens het sporten, en misschien nog wel meer gespannen door de lengtegroei van de botten. Er kan daardoor een irritatie en/of ontstekingsreactie ter hoogte van de groeischijf ontstaan, waarbij het aanwezige kraakbeen iets opzwelt. Dit geeft pijnklachten tijdens rennen, springen en sporten. Sporten waar bij kinderen regelmatig klachten optreden zijn logischerwijs basketbal, hockey, voetbal en tennis.
Over het algemeen ontstaan de klachten bij actief sportende kinderen tussen de 7 en 13 jaar. De aandoening komt meer voor bij jongens dan bij meisjes.
Onderzoek
Bij onderzoek is de plaats van de pijn in combinatie met de leeftijd van het kind al voldoende om de diagnose te stellen. Een bekende test die gedaan wordt is de squeeze-test van het hielbeen. Hierbij knijpt de onderzoeker tussen duim en wijsvinger in het hielbeen. Daarnaast kan echografisch onderzoek de diagnose bevestigen. De zwelling van het kraakbeen bevestigt dan de diagnose. Mocht men twijfels hebben over de diagnose, dan kan een röntgenfoto eventuele andere oorzaken van hielpijn, zoals een breuk, botcyste of een tumor, uitsluiten.
Behandeling
De klachten als gevolg van deze aandoening zijn ‘self-limiting’, oftewel: ze herstellen vanzelf (1). Meestal is hier een periode van 6 weken voor nodig, het kan ook iets langer of korter zijn. Kinderen kunnen als de pijn niet verergert, doorgaan met sporten. Geven kinderen aan dat pijnklachten te ernstig worden, dan kan een periode van rust, waarin de meest heftige belasting wordt vermeden, uitkomst bieden. Het te vroeg beginnen met sportactiviteiten verergert het proces niet, maar kan uiteraard wel het jonge kind frustreren.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat er geen enkele behandelmethode is die duidelijk aantoont dat het herstel bespoedigd kan worden (2).
Dit wordt bevestigd door onderzoek van Wiegerinck e.a. (3) dat onlangs gepubliceerd werd. Bij dit onderzoek werden 98 patiënten met Morbus Sever behandeld in drie groepen met verschillende methoden:
1. Een inlegzooltje;
2. Rekoefeningen van de kuitmusculatuur;
3. ‘wait and see’, er werd geen specifieke behandeling gevolgd en er werd rust gehouden tot de pijnklachten afnamen, waarna sportactiviteiten werden hervat.
?
Na 6 weken en 3 maanden werden de resultaten van de behandelingen vergeleken. Uiteindelijk waren de verschillen in effecten tussen de behandelvormen minimaal, waaruit blijkt dat de behandelmethode met zooltjes en/of rekoefeningen het herstel niet bespoedigen in vergelijking met het ‘wait and see’-beleid.
Wij als fysiotherapeuten kunnen de diagnose stellen en de patiënt zo goed mogelijk instrueren/adviseren. Daarnaast willen we erop wijzen dat de hoeveelheid pijnklachten het herstel aangeeft. Zijn er teveel pijnklachten dan zal het kind het sporten echt niet prettig vinden.
Literatuur
1. Micheli LJ, I. M. (1987;7). Prevention and management of calcanealapophysitis in children: an overuse syndrome. J pediatr Orthop, 38-8.
2. Scharfbillig RW, J. S. (2008 May/June, volume 98). Sever’s disease: What does the literature really tell us? Journal of the American Podiatric Medical Association.
3. Wiegerinck JI, Zwiers R, Sierevelt IN, van Weert HC, van Dijk N, Struijs PA. Treatment of calcaneal apophysitis: wait and see versus orthotic device versus physical therapy: a pragmatic therapeutic randomized clinical trial. J Pediatr Orthop. 2016;36:152-157.
Heeft je kind pijn aan zijn hiel?
Maak een afspraak met een van onze specialisten!
Bekijk de vergoedingMaak een afspraak